In dit prentenboek wordt in samenspraak tussen een oma en haar kleinkind van alles verteld over rivieren en de band die wij mensen met ze hebben. Dit gebeurt op veelal een niet alledaagse, vrij poëtische wijze. Oma zegt bijvoorbeeld dat een rivier een draad is, die prachtige patronen en kronkelende motieven op het aardoppervlak rijgt. En een filosofische vraag als 'Kun je de tranen in een rivier tellen?' typeert een beetje de schrijfstijl. Ook wordt de rivier o.a. vergeleken met geur, reflectie, magie en het geheugen. Dit alles doet sterk denken aan een antroposofische denkwijze. In het vrij grote vierkante prentenboek sluiten de vele overwegend paginagrote potloodillustraties in natuurtinten goed bij deze sfeer aan, waardoor het een passend geheel is geworden. De meer zakelijke informatie die overal in de tekst (in een onregelmatig grijs lettertype) verweven is, is duidelijk en bevat vele weetjes. De combinatie van het filosofische element en de nuttige wetenswaardigheden vullen elkaar naadloos aan. Het is het eerste kinderboek van de Zweedse auteur dat gelijk al bekroond is. Een boek dat een ogenschijnlijk gewoon onderwerp heel bijzonder maakt. Ook geschikt om voor te lezen. Vanaf ca. 9 t/m 12 jaar.